Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verkennen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verkennen from Dutch to Swedish

verkennen:

verkennen verb (verken, verkent, verkende, verkenden, verkend)

  1. verkennen (onderzoeken; aftasten)
    utforska
    • utforska verb (utforskar, utforskade, utforskat)

Conjugations for verkennen:

o.t.t.
  1. verken
  2. verkent
  3. verkent
  4. verkennen
  5. verkennen
  6. verkennen
o.v.t.
  1. verkende
  2. verkende
  3. verkende
  4. verkenden
  5. verkenden
  6. verkenden
v.t.t.
  1. heb verkend
  2. hebt verkend
  3. heeft verkend
  4. hebben verkend
  5. hebben verkend
  6. hebben verkend
v.v.t.
  1. had verkend
  2. had verkend
  3. had verkend
  4. hadden verkend
  5. hadden verkend
  6. hadden verkend
o.t.t.t.
  1. zal verkennen
  2. zult verkennen
  3. zal verkennen
  4. zullen verkennen
  5. zullen verkennen
  6. zullen verkennen
o.v.t.t.
  1. zou verkennen
  2. zou verkennen
  3. zou verkennen
  4. zouden verkennen
  5. zouden verkennen
  6. zouden verkennen
diversen
  1. verken!
  2. verkent!
  3. verkend
  4. verkennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verkennen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
utforska aftasten; onderzoeken; verkennen aftasten; bevoelen; doorvorsen; exploreren; naspeuren; nasporen; onderzoeken; uitvorsen

Wiktionary Translations for verkennen:


Cross Translation:
FromToVia
verkennen igenkänna; känna igen reconnaitre — Se remettre dans l'esprit l'idée etc., quand on vient à le revoir ou à l'entendre. (Sens général)