Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate crediteren

Translate crediteren from Dutch to Swedish

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. crediteren:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for crediteren from Dutch to Swedish

crediteren:

crediteren verb (crediteer, crediteert, crediteerde, crediteerden, gecrediteerd)

  1. crediteren
    kreditera
    • kreditera verb (krediterar, krediterade, krediterat)

Conjugations for crediteren:

o.t.t.
  1. crediteer
  2. crediteert
  3. crediteert
  4. crediteren
  5. crediteren
  6. crediteren
o.v.t.
  1. crediteerde
  2. crediteerde
  3. crediteerde
  4. crediteerden
  5. crediteerden
  6. crediteerden
v.t.t.
  1. heb gecrediteerd
  2. hebt gecrediteerd
  3. heeft gecrediteerd
  4. hebben gecrediteerd
  5. hebben gecrediteerd
  6. hebben gecrediteerd
v.v.t.
  1. had gecrediteerd
  2. had gecrediteerd
  3. had gecrediteerd
  4. hadden gecrediteerd
  5. hadden gecrediteerd
  6. hadden gecrediteerd
o.t.t.t.
  1. zal crediteren
  2. zult crediteren
  3. zal crediteren
  4. zullen crediteren
  5. zullen crediteren
  6. zullen crediteren
o.v.t.t.
  1. zou crediteren
  2. zou crediteren
  3. zou crediteren
  4. zouden crediteren
  5. zouden crediteren
  6. zouden crediteren
en verder
  1. ben gecrediteerd
  2. bent gecrediteerd
  3. is gecrediteerd
  4. zijn gecrediteerd
  5. zijn gecrediteerd
  6. zijn gecrediteerd
diversen
  1. crediteer!
  2. crediteert!
  5. gecrediteerd
  6. crediterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for crediteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
kreditera crediteren krediet verlenen

Wiktionary Translations for crediteren:

Cross Translation:
FromToVia
• crediteren → kreditera ↔ credit — to add to an account







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0217 seconds
Page rendered in 1.0 seconds