Dutch
Detailed Synonyms for vat in Dutch
vat:
-
de vat
-
de vat
– ding waar je iets in kunt doen 1 -
de vat
– ronde diepe bak waar je dingen in kunt bewaren 1
Related Words for "vat":
Related Definitions for "vat":
vat form of vatten:
-
vatten
gevangennemen; aanhouden; vatten; arresteren; in hechtenis nemen; oppakken; inrekenen-
gevangennemen verb
-
in hechtenis nemen verb (neem in hechtenis, neemt in hechtenis, nam in hechtenis, namen in hechtenis, in hechtenis genomen)
-
-
vatten
-
vatten
-
vatten
– het kunnen volgen met je verstand 1 -
vatten
– vastpakken 1
Conjugations for vatten:
o.t.t.
- vat
- vat
- vat
- vatten
- vatten
- vatten
o.v.t.
- vatte
- vatte
- vatte
- vatten
- vatten
- vatten
v.t.t.
- heb gevat
- hebt gevat
- heeft gevat
- hebben gevat
- hebben gevat
- hebben gevat
v.v.t.
- had gevat
- had gevat
- had gevat
- hadden gevat
- hadden gevat
- hadden gevat
o.t.t.t.
- zal vatten
- zult vatten
- zal vatten
- zullen vatten
- zullen vatten
- zullen vatten
o.v.t.t.
- zou vatten
- zou vatten
- zou vatten
- zouden vatten
- zouden vatten
- zouden vatten
en verder
- ben gevat
- bent gevat
- is gevat
- zijn gevat
- zijn gevat
- zijn gevat
diversen
- vat!
- vat!
- gevat
- vattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
vatten