Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. omvouwen:


Dutch

Detailed Synonyms for omvouwen in Dutch

omvouwen:

omvouwen verb (vouw om, vouwt om, vouwde om, vouwden om, omgevouwen)

  1. omvouwen
    omvouwen; ten dele vouwen

Conjugations for omvouwen:

o.t.t.
  1. vouw om
  2. vouwt om
  3. vouwt om
  4. vouwen om
  5. vouwem om
  6. vouwen om
o.v.t.
  1. vouwde om
  2. vouwde om
  3. vouwde om
  4. vouwden om
  5. vouwden om
  6. vouwden om
v.t.t.
  1. heb omgevouwen
  2. hebt omgevouwen
  3. heeft omgevouwen
  4. hebben omgevouwen
  5. hebben omgevouwen
  6. hebben omgevouwen
v.v.t.
  1. had omgevouwen
  2. had omgevouwen
  3. had omgevouwen
  4. hadden omgevouwen
  5. hadden omgevouwen
  6. hadden omgevouwen
o.t.t.t.
  1. zal omvouwen
  2. zult omvouwen
  3. zal omvouwen
  4. zullen omvouwen
  5. zullen omvouwen
  6. zullen omvouwen
o.v.t.t.
  1. zou omvouwen
  2. zou omvouwen
  3. zou omvouwen
  4. zouden omvouwen
  5. zouden omvouwen
  6. zouden omvouwen
en verder
  1. is omgevouwen
  2. zijn omgevouwen
diversen
  1. vouw om!
  2. vouwt om!
  3. omgevouwen
  4. omvouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze