Summary
Dutch to French: more detail...
- voorbereiden:
-
Wiktionary:
- voorbereiden → préparer
- voorbereiden → préparer, mettre en place, installer
Dutch
Detailed Translations for voorbereiden from Dutch to French
voorbereiden:
-
voorbereiden (voorbereiding treffen)
préparer; prendre des préparations; se préparer à; faire des préparatifs-
préparer verb (prépare, prépares, préparons, préparez, préparent, préparais, préparait, préparions, prépariez, préparaient, préparai, préparas, prépara, préparâmes, préparâtes, préparèrent, préparerai, prépareras, préparera, préparerons, préparerez, prépareront)
-
se préparer à verb
-
Conjugations for voorbereiden:
o.t.t.
- bereid voor
- bereidt voor
- bereidt voor
- bereiden voor
- bereiden voor
- bereiden voor
o.v.t.
- bereidde voor
- bereidde voor
- bereidde voor
- bereidden voor
- bereidden voor
- bereidden voor
v.t.t.
- heb voorbereid
- hebt voorbereid
- heeft voorbereid
- hebben voorbereid
- hebben voorbereid
- hebben voorbereid
v.v.t.
- had voorbereid
- had voorbereid
- had voorbereid
- hadden voorbereid
- hadden voorbereid
- hadden voorbereid
o.t.t.t.
- zal voorbereiden
- zult voorbereiden
- zal voorbereiden
- zullen voorbereiden
- zullen voorbereiden
- zullen voorbereiden
o.v.t.t.
- zou voorbereiden
- zou voorbereiden
- zou voorbereiden
- zouden voorbereiden
- zouden voorbereiden
- zouden voorbereiden
diversen
- bereid voor!
- bereidt voor!
- voorbereid
- voorbereidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
voorbereiden
la préparation
Translation Matrix for voorbereiden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
préparation | voorbereiden | aanmaken; bereiden; bereiding; bereidingswijze; de maaltijd bereiden; koken; preparaat; toebereiden; toebereiding; voorbereiding; voorbewerking; voorwerk |
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire des préparatifs | voorbereiden; voorbereiding treffen | |
prendre des préparations | voorbereiden; voorbereiding treffen | |
préparer | voorbereiden; voorbereiding treffen | alvast neerzetten; bedenken; beramen; bereiden; brouwen; gereed maken; gereedmaken; iets toebereiden; klaar leggen; klaarleggen; klaarmaken; klaarzetten; plan beramen; prepareren; toebereiden; uitspreiden; verzinnen; voorbereidingen treffen; voorbewerken; voorwerken; zinnen |
se préparer à | voorbereiden; voorbereiding treffen | bereiden; brouwen; gereed maken; klaarmaken; prepareren; toebereiden; voorbewerken; voorwerken |
Related Definitions for "voorbereiden":
Wiktionary Translations for voorbereiden:
voorbereiden
Cross Translation:
verb
voorbereiden
-
handelingen verrichten die een latere gebeurtenis mogelijk moeten maken
- voorbereiden → préparer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorbereiden | → préparer | ↔ prepare — to make ready for a specific future purpose |
• voorbereiden | → mettre en place; installer | ↔ set up — to ready something for use |
• voorbereiden | → préparer | ↔ vorbereiten — etwas, jemanden oder sich selbst einer Voraussicht oder ZukunftErwartung anpassen; so ändern, dass es sich bei den erwarteten Ereignissen positiv auswirkt |