Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. reisleider:


Dutch

Detailed Translations for reisleider from Dutch to French

reisleider:

reisleider [de ~ (m)] noun

  1. de reisleider (gids; reisgids; reisleidster)
    le guide touristique; le guide

Translation Matrix for reisleider:

NounRelated TranslationsOther Translations
guide gids; reisgids; reisleider; reisleidster aanwijzingen; begeleider; begeleidster; gebruiksaanwijzing; gids; halsband; handboek; handleiding; informatieboek; instructies; leiband; leidraad; leidsman; loods; mentor; padvindster; reisbegeleider; reisboek; reisgids; reiswijzer; rondleider; wegwijzer
guide touristique gids; reisgids; reisleider; reisleidster reisboek; reisgids; reiswijzer

Related Words for "reisleider":

  • reisleiders