Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. oogjes:
  2. oogje:
  3. oog:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oogjes from Dutch to French

oogjes:

oogjes [de ~] noun, plural

  1. de oogjes
    le petits yeux

Translation Matrix for oogjes:

NounRelated TranslationsOther Translations
petits yeux oogjes

Related Words for "oogjes":


oogje:

oogje [het ~] noun

  1. het oogje (oog orgaan)
    l'oeil; l'oeillet; le trou

Translation Matrix for oogje:

NounRelated TranslationsOther Translations
oeil oog orgaan; oogje koepelraam; oog; oog van de naald
oeillet oog orgaan; oogje anjer; oog; oog van de naald
trou oog orgaan; oogje bres; gat; kuil; lek; lekken; luchtbuis; luchtgat; luchtkanaal; luchtkoker; opening; steenkuilen; tussenuur; uithoek; uitholling; ventilatiekanaal; vrije uur

Related Words for "oogje":


Wiktionary Translations for oogje:

oogje
noun
  1. menu|fr ouverture battante dans un mur qui permet d’entrer ou sortir d’un endroit.

oogjes form of oog:

oog [het ~] noun

  1. het oog (oog van de naald)
    l'oeil; l'oeillet; le trou d'une aguille

Translation Matrix for oog:

NounRelated TranslationsOther Translations
oeil oog; oog van de naald koepelraam; oog orgaan; oogje
oeillet oog; oog van de naald anjer; oog orgaan; oogje
trou d'une aguille oog; oog van de naald

Related Words for "oog":


Related Definitions for "oog":

  1. elk van de twee organen waarmee je kunt zien1
    • hij heeft zwart haar en bruine ogen1
  2. ronde opening in een voorwerp1
    • ik doe de draad door het oog van de naald1

Wiktionary Translations for oog:

oog
noun
  1. couture|fr action de piquer dans un tissu avec une aiguille enfiler ou résultat de cette action, piqûre.
  2. menu|fr ouverture battante dans un mur qui permet d’entrer ou sortir d’un endroit.
  3. Organe permettant de voir

Cross Translation:
FromToVia
oog œil eye — organ
oog chas; trou eye — hole in needle
oog œil eye — of a hurricane
oog œil eye — of a potato
oog point AugePunkte auf einem Spielewürfel
oog œil AugeAnatomie: Sinnesorgan zum Sehen
oog → chas d'aiguille Nadelöhr — kreisförmige oder auch ovale Öffnung am Ende einer Nähnadel