Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. hoffelijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoffelijk from Dutch to French

hoffelijk:


Translation Matrix for hoffelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
civil burger; staatsburger
ModifierRelated TranslationsOther Translations
attentif attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend aandachtig; aangenaam; aardig; alert; attent; behulpzaam; belangstellend; geïnteresseerd; goedaardig; goedhartig; hoede; hulpvaardig; oplettend; opmerkzaam; paraat; plezierig; voorkomend; voorzichtig; vriendelijk; waaks; waakzaam; wakend; zachtaardig; zorgvuldig
attentionné attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend aandachtig; aangenaam; aardig; alert; attent; behulpzaam; belangstellend; dienstwillig; gedienstig; geïnteresseerd; goedaardig; goedhartig; hoede; hulpvaardig; paraat; plezierig; voorkomend; voorzichtig; vriendelijk; waaks; waakzaam; wakend; zachtaardig
chevaleresque attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend
civil attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend beleefd; beschaafd; civiel; gemanierd; op een aardige manier; voorkomend; vriendelijk; wellevend; welopgevoed
courtois attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; hoofs; netjes; ontwikkeld; op een aardige manier; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed
galant attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend beleefd; beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; ontwikkeld; op een aardige manier; voorkomend; vriendelijk; wellevend; welopgevoed
poli attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend afgeslepen; beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; gepoetst; gepolijst; geslepen; gladgemaakt; gladgeslepen; netjes; ontwikkeld; op een aardige manier; opgepoetst; voorkomend; vriendelijk; welgemanierd; wellevend; welopgevoed

Related Words for "hoffelijk":


Wiktionary Translations for hoffelijk:

hoffelijk
adjective
  1. qui fait preuve de distinction, de politesse
  2. courtois, civil, honnête, complaisant, convenable, qui utilise les règles de la politesse, qui observe les convenances de la société.

Cross Translation:
FromToVia
hoffelijk courtois; poli courteous — showing regard for others