Noun | Related Translations | Other Translations |
bizut
|
eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuwkomer
|
|
bizuth
|
eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuwkomer
|
nieuweling; nieuwkomer
|
bleu
|
eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
|
buil; bult; kneuswond; kneuzing; letsel; nieuweling; nieuwkomer; overall
|
couard
|
groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
|
|
lâche
|
groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
|
|
nouveau
|
eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; nieuwkomer
|
nieuweling; nieuwkomer
|
néophyte
|
groentje; nieuwkomer
|
|
pleutre
|
groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
|
|
poltron
|
groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
|
angsthaas; bangerd; bangerik; hazenpoot
|
étudiant de première année
|
eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bleu
|
|
blauw
|
lâche
|
|
bleekjes; grauw; krukkig; mistroostig; onbeholpen; onedelmoedig; onhandig; pips; schutterig; slap; slapjes; slungelig; somber; stumperig; stuntelig; sukkelig; triest; troosteloos; vreugdeloos; wee; ziekelijk; zwak
|
nouveau
|
|
allernieuwste; geavanceerde; laatste; nieuw; nieuwe; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; pas gekocht
|