Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bezoeking:


Dutch

Detailed Translations for bezoeking from Dutch to French

bezoeking:

bezoeking [de ~ (v)] noun

  1. de bezoeking (beproeving; kwelling; ergernis; )
    le tourment; le châtiment; le calvaire

Translation Matrix for bezoeking:

NounRelated TranslationsOther Translations
calvaire beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie lijdensweg; martelgang
châtiment beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie afstraffing; bestraffing; kastijding; straf; tuchtiging
tourment beproeving; bezoeking; ergernis; grief; kwelling; nood; temptatie bekommernis; bezorgdheid; droefenis; foltering; kommer; marteling; ongerustheid; pijniging; treurnis; verdriet; verontrusting; zorg
OtherRelated TranslationsOther Translations
tourment kwelling

Related Words for "bezoeking":

  • bezoekingen

External Machine Translations: