Noun | Related Translations | Other Translations |
baroque
|
|
barok
|
caractéristique
|
|
eigenschap; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; stigma; typering
|
dingue
|
|
debiel; flapdrol; gek; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; mallerd; malloot; pias; waanzinnige; zot; zottin
|
excentrique
|
|
eigenaardige; rare; zonderling
|
fou
|
|
achterlijke; dolleman; dommerik; dwaas; geesteszieke; gek; gek iemand; geschifte; gestoorde; hansworst; hofnar; idioot; imbeciel; krankzinnige; kwast; kwibus; mafketel; nar; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel; waanzinnige; zot; zwakzinnige
|
indépendant
|
|
zelfstandige
|
original
|
|
buitenbeentje; eigenaardige; moederblad; onbekende; origineel; raar mens; rare; vreemd persoon; vreemde; vreemdeling; zonderling
|
pavillon
|
|
oorschelp; paviljoen; prieel; scheepsvlag; tuinhuis; tuinhuisje; zomerhuisje
|
singulier
|
|
enkelvoud
|
solitaire
|
|
anachoreet; eenling; enkeling; heremiet; individu; individualist; kluizenaar; solitair
|
sot
|
|
achterlijke; dolleman; domkop; dommerik; domoor; domoren; druiloor; dwaas; freak; geesteszieke; gek; gestoorde; hansworst; idioot; imbeciel; kalfskop; krankzinnige; kwast; kwibus; mafketel; maniak; nar; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken; waanzinnige; zot
|
étranger
|
|
allochtoon; buitenland; buitenlander; buitenlandse; eigenaardig land; onbekende; vreemd land; vreemde; vreemdeling; vreemdelinge
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
exclusif
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
alleen; dierbaar; enig; enkel; exclusief; favoriete; geselecteerd; lievelings; select; speciaal; toegenegen; uitsluitend; verkoren
|
original
|
apart; bijzonder; buitenissig; enig; enig in zijn soort; excentriek; extravagant; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; typisch; uniek; vreemd
|
authentiek; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; indrukwekkend; oorspronkelijk; origineel; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
-
|
afzonderlijk; bijzonder; speciaal
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
autonome
|
afzonderlijk; apart; separaat
|
autonoom; soeverein; zelfstandig
|
baroque
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
barok; grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
bizarre
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; curieus; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; merkwaardig; ten zeerste; uitermate; uiterst; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zeer; zonderling
|
bizarrement
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
curieus; merkwaardig; vreemd
|
capricieux
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
caractéristique
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
definiërend; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; karakteriserend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; omschrijvend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch
|
curieuse
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
curieus; kijkgraag; kijklustig; merkwaardig; ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitzonderlijk; uniek; vreemd; zelden; zeldzaam
|
curieux
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; gescheiden; los van elkaar; merkwaardig; ongewoon; separaat; typisch; vreemd; zonderling
|
benieuwd; curieus; eigenaardig; kijkgraag; kijklustig; merkwaardig; nieuwsgierig; ongemeen; ongewoon; raar; schaars; uitheems; uitzonderlijk; uniek; vreemd; vreemdsoortig; weetgierig; zelden; zeldzaam; zonderling
|
d'une manière baroque
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
|
dingue
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
achterlijk; curieus; doldwaas; dwaas; eigenaardig; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; mesjokke; niet goed snik; stupide; tureluurs; typisch; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling; zot
|
drôle
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
aangenaam; aardig; behaaglijk; curieus; fijn; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; humoristische; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lief; lollig; merkwaardig; olijk; plezant; plezierig; potsierlijk; prettig; sympathiek; uiig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
|
détaché
|
apart; gescheiden; los van elkaar; separaat
|
emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; los; losgemaakt; niet vast; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; zielloos
|
excentrique
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zeer; zonderling
|
excentriquement
|
apart; buitenissig; excentriek; extravagant; typisch; vreemd
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer
|
exclusivement
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
alleen; enig; enkel; exclusief; louter; select; speciaal; uitsluitend
|
exotique
|
apart; eigenaardig; uitheems; vreemd; zonderling
|
exotisch
|
exquis
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
delicaat; fijn van smaak; fijngevoelig; fijnzinnig; glorierijk; goddelijk; heel mooi; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; overheerlijk; paradijselijk; prachtig; reuzelekker; schitterend; smakelijk; teerbesnaard; teergevoelig; uitgelezen; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
extraordinaire
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; dolletjes; enig; ergst; excessief; exclusief; extravagant; extreem; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; grootst; heel erg; hogelijk; hoogst; maximaal; meest; puik; speciaal; ten zeerste; uitermate; uiterst; uitzonderlijk; uitzonderlijke; zeer; zeldzaam
|
extravagant
|
apart; buitenissig; excentriek; extravagant; typisch; vreemd
|
bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; excessief; extravagant; extreem; heel erg; hogelijk; mateloos; ten zeerste; tomeloos; uitermate; uiterst; zeer
|
fantasque
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
fou
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
achterlijk; curieus; doldwaas; dwaas; eigenaardig; enorm; fabelachtig; fantastisch; gaaf; geestelijk gestoord; geestesziek; geflipt; gek; geschift; gestoord; getikt; gigantisch; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; mesjokke; niet goed snik; onbezonnen; onwijs; reuze; stupide; te gek; typisch; verlekkerd; vreemd; waanzinnig; wijs; zot
|
incomparable
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; superieur; uitstekend; weergaloos
|
individuel
|
afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
|
eenmans; eenpersoons; individueel
|
indépendant
|
afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
|
onafhankelijk; op zichzelf; soeverein; vrijheidlievend; zelfstandig
|
inimitable
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
onnavolgbaar
|
isolé
|
afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
|
afgelegen; afgezonderd; alleenstaand; in quarantaine; single; ver; veraf; verafgelegen; vereenzaamd
|
particulier
|
afzonderlijk; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; extravagant; gescheiden; los van elkaar; merkwaardig; ongewoon; separaat; typisch; vreemd; zonderling
|
bijzonder; bovenmatig; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; curieus; excessief; exclusief; extreem; frappant; heel erg; hogelijk; in het oog lopend; in het oog springend; individueel; karakteristiek; kenmerkend; mateloos; merkwaardig; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; speciaal; specifiek; tekenend; ten zeerste; tomeloos; treffend; typerend; typisch; uitermate; uiterst; uitzonderlijk; vreemd; zeer; zeldzaam
|
particulièrement
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
bepaaldelijk; bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; curieus; extreem; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; mateloos; merkwaardig; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tomeloos; treffend; uitermate; uitzonderlijk; vreemd; zeldzaam
|
pavillon
|
afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
|
|
représentatif
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
definiërend; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; omschrijvend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; representatief; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch; vertegenwoordigend
|
seul
|
afzonderlijk; apart; separaat
|
afgezonderd; alleenstaand; eenmalig; eenvoudig; enkel; gemakkelijk; in quarantaine; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel; single; uniek; vereenzaamd
|
seul de son espèce
|
apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
|
|
singulier
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; enig; enig in zijn soort; excentriek; gescheiden; los van elkaar; merkwaardig; ongewoon; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; separaat; typisch; uniek; vreemd; zonderling
|
bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; curieus; eenmalig; eenvoudig; eigenaardig; exclusief; extreem; fenomenaal; mateloos; merkwaardig; miraculeus; ongecompliceerd; ongemeen; ongewoon; opzienbarend; raar; schaars; simpel; speciaal; tomeloos; uitermate; uitheems; uitzonderlijk; uniek; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; vreemd; vreemdsoortig; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk; zelden; zeldzaam; zonderling
|
singulière
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd
|
|