Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. steunpilaren:
  2. steunpilaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for steunpilaren from Dutch to Spanish

steunpilaren:

steunpilaren [de ~] noun, plural

  1. de steunpilaren (pijlers)
    el pilares

Translation Matrix for steunpilaren:

NounRelated TranslationsOther Translations
pilares pijlers; steunpilaren pilaren

Related Words for "steunpilaren":


steunpilaar:

steunpilaar [de ~ (m)] noun

  1. de steunpilaar (toeverlaat; steun)
    el apoyo; el sostén

Translation Matrix for steunpilaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
apoyo steun; steunpilaar; toeverlaat assistentie; bediening; bijstand; borstwering; dienstbetoon; handreiking; houvast; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; leniging; medewerking; ondersteuning; ruggensteun; schoor; schraag; service; sociale bijstand; steun; steuntje; support; uitserveren; werkeloosheidsuitkering
sostén steun; steunpilaar; toeverlaat beha; bustehouder; houvast; ondersteuning; ruggensteun; schraagpijler; steun; steun en toeverlaat; stut; support; uitlaatklep

Related Words for "steunpilaar":


Wiktionary Translations for steunpilaar:


Cross Translation:
FromToVia
steunpilaar pilar mainstay — a chief support
steunpilaar pilar; columna pilier — (architecture) maçonnerie|fr ouvrage de maçonnerie en forme de grosse colonne ronde, carrée, etc., qui sert à soutenir un édifice ou quelque partie d’un édifice.