Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. overkalken:


Dutch

Detailed Translations for overkalken from Dutch to Spanish

overkalken:

overkalken [znw.] noun

  1. overkalken (spieken; overschrijven; afkijken)
    el usar chuletas; el copiar

Translation Matrix for overkalken:

NounRelated TranslationsOther Translations
copiar afkijken; overkalken; overschrijven; spieken overtrekken
usar chuletas afkijken; overkalken; overschrijven; spieken
VerbRelated TranslationsOther Translations
copiar falsificeren; kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; nabootsen; namaken; natekenen; naäpen; overschrijven; overtrekken; prenten; vervalsen