Dutch
Detailed Translations for onderstrepen from Dutch to Spanish
onderstrepen:
-
onderstrepen
Conjugations for onderstrepen:
o.t.t.
- onderstreep
- onderstreept
- onderstreept
- onderstrepen
- onderstrepen
- onderstrepen
o.v.t.
- onderstreepte
- onderstreepte
- onderstreepte
- onderstreepten
- onderstreepten
- onderstreepten
v.t.t.
- heb onderstreept
- hebt onderstreept
- heeft onderstreept
- hebben onderstreept
- hebben onderstreept
- hebben onderstreept
v.v.t.
- had onderstreept
- had onderstreept
- had onderstreept
- hadden onderstreept
- hadden onderstreept
- hadden onderstreept
o.t.t.t.
- zal onderstrepen
- zult onderstrepen
- zal onderstrepen
- zullen onderstrepen
- zullen onderstrepen
- zullen onderstrepen
o.v.t.t.
- zou onderstrepen
- zou onderstrepen
- zou onderstrepen
- zouden onderstrepen
- zouden onderstrepen
- zouden onderstrepen
diversen
- onderstreep!
- onderstreept!
- onderstreept
- onderstrepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for onderstrepen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
recalcar | onderstrepen | accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen; fouten benadrukken |
señalar | onderstrepen | aanmerken; aanschouwen; bekijken; bekrachtigen; bemerken; berispen; bestempelen; certificeren; gewaarworden; kijken; manen; merken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; seinen; signalen geven; signaleren; staren; terechtwijzen; turen; vermanen; waarmerken; waarnemen; waarschuwen; wijzen naar; zien |
subrayar | onderstrepen | accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen |