Noun | Related Translations | Other Translations |
abrazo
|
knuffel; liefkozing
|
omarming; omhelzing
|
afición
|
gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid
|
dilettantisme; genegenheid; innigheid; liefde; liefhebberij; tijdverdrijf
|
amor
|
gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid
|
aandrift; beminde; drift; duifje; geliefde; genegenheid; gezel; hartje; hartsvriendin; innigheid; instinct; kameraadje; liefde; liefje; liefste; lieve; maatje; minnares; poepje; scharreltje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vriendinnetje
|
apasionamiento
|
gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid
|
aandrift; drift; enthousiasme; gedrevenheid; instinct
|
caricia
|
aai; aaiing; aanhalen; aanhaling; geknuffel; gestreel; liefkozing; streling; vleien
|
|
caricias
|
geknuffel; liefkozing
|
|
cariño
|
gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid
|
beminde; dot; duifje; geliefde; genegenheid; gezelschapsdier; innigheid; kindlief; lekkertje; liefde; liefje; liefste; lieve; poepje; scharreltje; schat; schatje; schattebout; schatteboutje; schattig kind; scheetje; snoes; snoezepoes; toegenegenheid; troetel; vriendin; vriendinnetje; vrouwlief
|
dulzura
|
gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid
|
clementie; compassie; goedaardigheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; lekkers; liefheid; mildheid; snoepgoed; snoepjes; toegevendheid; tolerantie; verdraagzaamheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zoetheid; zoetigheid
|
mimo
|
geknuffel; liefkozing
|
mime; mimiek; pantomime; pantomimespeler; verwennerij
|
suavidad
|
gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid
|
bijstand; clementie; compassie; goedaardigheid; goedertierenheid; hulp; liefheid; maatschappelijke hulpverlening; mildheid; ondersteuning; steun; welwillendheid; zoetheid
|
ternura
|
gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid
|
aandoenlijkheid; clementie; compassie; genegenheid; gevoeligheid; goedaardigheid; goedertierenheid; innigheid; liefde; mildheid; welwillendheid; zachtaardigheid
|