Dutch
Detailed Translations for kladden from Dutch to Spanish
kladden:
-
kladden (kalken)
garabatear; pintarrajear; pintorrear; escribir con mala letra-
garabatear verb
-
pintarrajear verb
-
pintorrear verb
-
-
kladden (morsen; knoeien; vlekken)
chapucear; ensuciar; ensuciarse; hacer mal-
chapucear verb
-
ensuciar verb
-
ensuciarse verb
-
hacer mal verb
-
Conjugations for kladden:
o.t.t.
- klad
- kladt
- kladt
- kladden
- kladden
- kladden
o.v.t.
- kladde
- kladde
- kladde
- kladden
- kladden
- kladden
v.t.t.
- heb geklad
- hebt geklad
- heeft geklad
- hebben geklad
- hebben geklad
- hebben geklad
v.v.t.
- had geklad
- had geklad
- had geklad
- hadden geklad
- hadden geklad
- hadden geklad
o.t.t.t.
- zal kladden
- zult kladden
- zal kladden
- zullen kladden
- zullen kladden
- zullen kladden
o.v.t.t.
- zou kladden
- zou kladden
- zou kladden
- zouden kladden
- zouden kladden
- zouden kladden
en verder
- is geklad
diversen
- klad!
- kladt!
- geklad
- kladdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kladden:
Related Words for "kladden":
klad:
-
de klad (proefversie; kladwerk)
Translation Matrix for klad:
Noun | Related Translations | Other Translations |
borrador | klad; kladwerk; proefversie | bordenwisser; concept; geflikflooi; geklodder; gerotzooi; gom; kladblok; kladschrift; model; ontwerp; ruitenwisser; schets; schetstekening; tekening; toonbeeld; trekker; voorbeeld; voorlopig ontwerp; wisser |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
borrador | concept |