Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate butler

Translate butler from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

butler:
- peón; criado; conserje; sirviente doméstico

Dutch

Detailed Translations for butler from Dutch to Spanish

butler:

butler [de ~ (m)] noun

de butler (kamerdienaar; herenknecht; kamerbediende)
el peón; el criado; el conserje; el sirviente doméstico
- peón [el ~] noun
- criado [el ~] noun
- conserje [el ~] noun
- sirviente doméstico [el ~] noun

Translation Matrix for butler:

Noun	Related Translations	Other Translations
conserje	butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar	amanuensis; bewaarder; bewaker; cipier; conciërge; conservator; deurwachter; gevangenbewaarder; hospes; huisbaas; huisbewaarder; huisheer; huisknecht; huismeester; huurbaas; kamerverhuurder; portier; schoolbewaarder; suppoost; wacht
criado	butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar	bediende; dienaar; dienstknecht; huisbediende; huisjongen; huisknecht; jongmaat; knecht; leerknecht; maatje; pupil
peón	butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar	arbeider; bediende; dienaar; dienstknecht; huisknecht; jongmaat; knecht; leerknecht; maatje; ongeschoold arbeider; pion; pupil; wegwerkers; werker; werkkracht; werkman
sirviente doméstico	butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar

Related Words for "butler":

butlers

External Machine Translations: