Dutch

Detailed Translations for vuilheid from Dutch to English

vuilheid:

vuilheid [de ~ (v)] noun

  1. de vuilheid (smerigheid; viezigheid; vuil; vuiligheid; viesheid)
    the filthy; the dirt; the smut; the filth; the dirtyness; the dirtiness; the dirty
  2. de vuilheid (groezeligheid; goorheid)
    the dinginess; the grubbiness; the dirtiness; the griminess
  3. de vuilheid (viezigheid; slonzigheid; viespeukerij; )
    the filth; the dirtyness; the filthy; the smut; the dirty; the muck; the dirt; the slovenliness; the obscenity; the carelessness; the inaccuracy; the sloppiness
  4. de vuilheid (vuilbekkerij; obsceniteit; vuiligheid; vuile taal; schuinheid)
    the obscenity; the smut; the dirtyness; the smutty talk

Translation Matrix for vuilheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
carelessness drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel achteloosheid; nonchalance; onachtzaamheid
dinginess goorheid; groezeligheid; vuilheid
dirt drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel drek; kak; poep; schijt; stront; zwijnerij
dirtiness goorheid; groezeligheid; smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid
dirty drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
dirtyness drab; morsigheid; obsceniteit; schuinheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
filth drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid; zwijnerij
filthy drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
griminess goorheid; groezeligheid; vuilheid
grubbiness goorheid; groezeligheid; vuilheid
inaccuracy drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel fouten; onjuistheden; onnauwkeurigheid
muck drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel bezinksel; bezinksels; dik; drab; droesem; grondsop; moer; neerslag; smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid; zetsel
obscenity drab; morsigheid; obsceniteit; schuinheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
sloppiness drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
slovenliness drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
smut drab; morsigheid; obsceniteit; schuinheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; stofje; viespeukerij; viezigheid; vuiltje
smutty talk obsceniteit; schuinheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
dirty bevuilen; vies maken; viesmaken; vuil maken; vuilmaken
muck modderen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
dirty bedoezeld; bevlekt; goor; groezelig; met vuil bemorst; morsig; onkies; onkuis; onrein; onverkwikkelijk; onzindelijk; ranzig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; vlekkig; vuil; walgelijk; weerzinwekkend
filthy bedoezeld; goor; groezelig; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; smoezelig; stuitend; vervuild; vies; viezig; walgelijk; weerzinwekkend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
muck kliederig; knoeierig; morsig; vuil

Related Words for "vuilheid":


vuilheid form of vuil:

vuil [het ~] noun

  1. het vuil (viezigheid; slonzigheid; viespeukerij; )
    the filth; the dirtyness; the filthy; the smut; the dirty; the muck; the dirt; the slovenliness; the obscenity; the carelessness; the inaccuracy; the sloppiness
  2. het vuil (smerigheid; viezigheid; vuiligheid; viesheid; vuilheid)
    the filthy; the dirt; the smut; the filth; the dirtyness; the dirtiness; the dirty

Translation Matrix for vuil:

NounRelated TranslationsOther Translations
carelessness drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel achteloosheid; nonchalance; onachtzaamheid
dirt drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel drek; kak; poep; schijt; stront; zwijnerij
dirtiness smerigheid; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid goorheid; groezeligheid; vuilheid
dirty drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
dirtyness drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel obsceniteit; schuinheid; smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
dowdy slodder; slodderkous; sloddervos; slons
filth drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid; zwijnerij
filthy drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
gross grootste deel; gros; meerderheid; merendeel
inaccuracy drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel fouten; onjuistheden; onnauwkeurigheid
muck drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel bezinksel; bezinksels; dik; drab; droesem; grondsop; moer; neerslag; smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid; zetsel
obscenity drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel obsceniteit; schuinheid; smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid
sloppiness drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; viespeukerij; viezigheid
slovenliness drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
smudged uitlopen van
smut drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel obsceniteit; schuinheid; smeerlapperij; stofje; viespeukerij; viezigheid; vuilbekkerij; vuile taal; vuilheid; vuiligheid; vuiltje
- afval
VerbRelated TranslationsOther Translations
dirty bevuilen; vies maken; viesmaken; vuil maken; vuilmaken
muck modderen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
churlish met vuil bemorst; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig bedoezeld; bokkig; groezelig; morsig; smoezelig; viezig
despicable met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil laag; verachtelijk
dirty met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil bedoezeld; bevlekt; goor; groezelig; morsig; onkies; onkuis; onrein; onverkwikkelijk; onzindelijk; ranzig; smerig; smoezelig; stuitend; vies; viezig; vlekkig; walgelijk; weerzinwekkend
dowdy morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig
filthy bedoezeld; goor; groezelig; morsig; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; smoezelig; stuitend; vervuild; vies; viezig; walgelijk; weerzinwekkend
grimy kliederig; knoeierig; met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil bedoezeld; donker; dubieus; duister; glibberig; groezelig; morsig; obscuur; onguur; smoezelig; verdacht; viezig
gross kliederig; knoeierig; morsig; vuil banaal; bruto; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schromelijk; schunnig; triviaal; vunzig
grubby kliederig; knoeierig; met vuil bemorst; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig bedoezeld; bevlekt; flodderig; grauw; groezelig; haveloos; morsig; onkies; onkuis; onrein; onzindelijk; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; smoezelig; vaal; viezig; vlekkig; voddig; vunzig
messy kliederig; knoeierig; morsig; vuil haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
rotten kliederig; knoeierig; morsig; vuil akelig; banaal; bedorven; belabberd; beroerd; ellendig; grof; laag-bij-de-grond; lamlendig; lomp; naar; plat; platvloers; rot; rottig; schunnig; slecht; triviaal; vergaan; verrot; voos; vunzig
seedy kliederig; knoeierig; morsig; vuil grof; laag-bij-de-grond; lomp; onooglijk; plat; platvloers; schunnig; verlopen; vunzig
shabby kliederig; knoeierig; morsig; vuil aan lager wal; armelijk; armoedig; armzalig; banaal; berooid; flodderig; grof; haveloos; karig; laag-bij-de-grond; lomp; luizig; mager; onooglijk; plat; platvloers; pover; schamel; schooierig; schraal; schunnig; sjofel; sjofeltjes; triviaal; verlopen; vunzig
shoddy morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
sloppy morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
slovenly morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig flodderig; haveloos; morsig; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
- vies
ModifierRelated TranslationsOther Translations
muck kliederig; knoeierig; morsig; vuil
smudged kliederig; knoeierig; morsig; vuil uitgelopen

Related Words for "vuil":


Synonyms for "vuil":


Antonyms for "vuil":


Related Definitions for "vuil":

  1. resten die je weggooit1
    • de schuur ligt vol met vuil1
  2. premies en belastingen zijn er nog niet af1
    • ik verdien vuil 3000 gulden1
  3. met stof of modder of iets anders besmeurd1
    • je nieuwe broek is helemaal vuil1
  4. gemeen, slecht en oneerlijk1
    • dat is een vuile streek van hem1

Wiktionary Translations for vuil:

vuil
adjective
  1. niet schoon
noun
  1. viezigheid, onreine materie
vuil
adjective
  1. risqué, sexually suggestive
  2. dirty
  3. covered with filth; very dirty
  4. of color: discolored by impurities
  5. illegal, improper
  6. dishonourable, violating standards or rules
  7. morally unclean, obscene or indecent
  8. covered with or containing dirt
  9. unwashed, dirty, disorderly
noun
  1. discarded items
  2. -
  3. waste material
  4. things to be discarded
  5. useless products, garbage

Cross Translation:
FromToVia
vuil dirt; filth; mud; smut; crap Dreck — Schmutz, unerwünschte Substanz
vuil sick schlecht — nicht mehr gut, etwa bei Lebensmitteln verschimmelt
vuil debris; rubbish; rubble; detritus; trash; waste débrisreste d’une chose brisée ou en partie détruire.
vuil dirty sale — Qui est malpropre, qui n’est pas net, en parlant des personnes ou des choses. (Sens général).