Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. voorplakken:


Dutch

Detailed Translations for voorplakken from Dutch to English

voorplakken:

voorplakken [znw.] noun

  1. voorplakken (voorzetten; aanhechten; voorvoegen)
    the affixing; the posting

Translation Matrix for voorplakken:

NounRelated TranslationsOther Translations
affixing aanhechten; voorplakken; voorvoegen; voorzetten aanhechten; vasthechten
posting aanhechten; voorplakken; voorvoegen; voorzetten gebrachte brieven; post; posten; terpostbezorging

External Machine Translations: