Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. parool:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for parool from Dutch to English

parool:

parool [het ~] noun

  1. het parool (leus; spreuk; leuze)
    the slogan; the maxim; the motto
  2. het parool (wapenkreet; devies; leus; leuze)
    the war cry; the battle cry

Translation Matrix for parool:

NounRelated TranslationsOther Translations
battle cry devies; leus; leuze; parool; wapenkreet kreet; leus; strijdkreet; verkiezingsleus; yell
maxim leus; leuze; parool; spreuk aforisme; axioma; devies; gezegde; grondeigenschap; grondstelling; hoofdstelling; lijfspreuk; motto; spreuk; stelregel; zinspreuk
motto leus; leuze; parool; spreuk bevelschrift; consigne; devies; dwangbevel; lijfspreuk; motto; opdracht; order; taak
slogan leus; leuze; parool; spreuk devies; kenspreuk; kreet; leus; motto; reclameleus; reclamezin; slagzin; slogan; strijdkreet; yell; zinspreuk
war cry devies; leus; leuze; parool; wapenkreet kreet; leus; strijdkreet; yell

Related Words for "parool":


Wiktionary Translations for parool:


Cross Translation:
FromToVia
parool cue EinsatzMusik, Schauspielerei: Beginn des Spiels eines Musikers oder einer Gruppe von Musikern beziehungsweise Schauspielern in einem Stück
parool cue StichwortPlural 2: Hinweis für jemanden darauf, dass der Zeitpunkt für eine bestimmte Aktion gekommen ist
parool speech; words; Word; word; lyrics parolefaculté naturelle de parler.

External Machine Translations: