Dutch
Detailed Translations for misgunnen from Dutch to English
misgunnen:
-
misgunnen (niet gunnen)
Conjugations for misgunnen:
o.t.t.
- misgun
- misgunt
- misgunt
- misgunnen
- misgunnen
- misgunnen
o.v.t.
- misgunde
- misgunde
- misgunde
- misgunden
- misgunden
- misgunden
v.t.t.
- heb misgund
- hebt misgund
- heeft misgund
- hebben misgund
- hebben misgund
- hebben misgund
v.v.t.
- had misgund
- had misgund
- had misgund
- hadden misgund
- hadden misgund
- hadden misgund
o.t.t.t.
- zal misgunnen
- zult misgunnen
- zal misgunnen
- zullen misgunnen
- zullen misgunnen
- zullen misgunnen
o.v.t.t.
- zou misgunnen
- zou misgunnen
- zou misgunnen
- zouden misgunnen
- zouden misgunnen
- zouden misgunnen
diversen
- misgun!
- misgunt!
- misgund
- misgunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for misgunnen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
envy | afgunst; jaloezie; kif; kinnesinne; naijver; nijd | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
be envious of | misgunnen; niet gunnen | benijden |
envy | misgunnen; niet gunnen | benijden |
resent | misgunnen; niet gunnen | aanrekenen; aanwrijven; benijden; iemand iets verwijten; kwalijk nemen |
Wiktionary Translations for misgunnen:
External Machine Translations: