Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. in het ootje nemen:


Dutch

Detailed Translations for in het ootje nemen from Dutch to English

in het ootje nemen:

in het ootje nemen verb (neem in het ooitje, neemt in het ooitje, nam in het ooitje, namen in het ooitje, in het ooitje genomen)

  1. in het ootje nemen (beetnemen)

Conjugations for in het ootje nemen:

o.t.t.
  1. neem in het ooitje
  2. neemt in het ooitje
  3. neemt in het ooitje
  4. nemen in het ooitje
  5. nemen in het ooitje
  6. nemen in het ooitje
o.v.t.
  1. nam in het ooitje
  2. nam in het ooitje
  3. nam in het ooitje
  4. namen in het ooitje
  5. namen in het ooitje
  6. namen in het ooitje
v.t.t.
  1. heb in het ooitje genomen
  2. hebt in het ooitje genomen
  3. heeft in het ooitje genomen
  4. hebben in het ooitje genomen
  5. hebben in het ooitje genomen
  6. hebben in het ooitje genomen
v.v.t.
  1. had in het ooitje genomen
  2. had in het ooitje genomen
  3. had in het ooitje genomen
  4. hadden in het ooitje genomen
  5. hadden in het ooitje genomen
  6. hadden in het ooitje genomen
o.t.t.t.
  1. zal in het ootje nemen
  2. zult in het ootje nemen
  3. zal in het ootje nemen
  4. zullen in het ootje nemen
  5. zullen in het ootje nemen
  6. zullen in het ootje nemen
o.v.t.t.
  1. zou in het ootje nemen
  2. zou in het ootje nemen
  3. zou in het ootje nemen
  4. zouden in het ootje nemen
  5. zouden in het ootje nemen
  6. zouden in het ootje nemen
en verder
  1. ben in het ooitje genomen
  2. bent in het ooitje genomen
  3. is in het ooitje genomen
  4. zijn in het ooitje genomen
  5. zijn in het ooitje genomen
  6. zijn in het ooitje genomen
diversen
  1. neem in het ooitje!
  2. neemt in het ooitje!
  3. in het ooitje genomen
  4. in ooitje nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in het ootje nemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fool achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kalfskop; mallerd; malloot; minkukel; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; pias; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken; waanzinnige; zot; zottin; zwakzinnige
VerbRelated TranslationsOther Translations
fool beetnemen; in het ootje nemen afzetten; beet nemen; beetnemen; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden; wijsmaken
pull someone's leg beetnemen; in het ootje nemen beetnemen; foppen
take someone for a ride beetnemen; in het ootje nemen

External Machine Translations:

Related Translations for in het ootje nemen