Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. buitelingen:
  2. buiteling:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for buitelingen from Dutch to English

buitelingen:

buitelingen [de ~] noun, plural

  1. de buitelingen (tuimelingen)
    the tumblings

Translation Matrix for buitelingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
tumblings buitelingen; tuimelingen

Related Words for "buitelingen":


buitelingen form of buiteling:

buiteling [de ~ (v)] noun

  1. de buiteling (tuimeling)
    the tumble

Translation Matrix for buiteling:

NounRelated TranslationsOther Translations
tumble buiteling; tuimeling tuimelen; vallen
VerbRelated TranslationsOther Translations
tumble buitelen; duikelen; flikkeren; kelderen; kiepen; kieperen; sodemieteren; tuimelen; vallen; zakken

Related Words for "buiteling":


Wiktionary Translations for buiteling:

buiteling
noun
  1. the act of going head over heels

Cross Translation:
FromToVia
buiteling somersault galipette — Cabriole, pirouette, roulade.

External Machine Translations: