Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. binnenjagen:


Dutch

Detailed Translations for binnenjagen from Dutch to English

binnenjagen:

binnenjagen verb (jaag binnen, jaagt binnen, jaagde binnen, jaagden binnen, binnengejaagd)

  1. binnenjagen
    to drive in
    • drive in verb (drives in, drove in, driving in)

Conjugations for binnenjagen:

o.t.t.
  1. jaag binnen
  2. jaagt binnen
  3. jaagt binnen
  4. jagen binnen
  5. jagen binnen
  6. jagen binnen
o.v.t.
  1. jaagde binnen
  2. jaagde binnen
  3. jaagde binnen
  4. jaagden binnen
  5. jaagden binnen
  6. jaagden binnen
v.t.t.
  1. heb binnengejaagd
  2. hebt binnengejaagd
  3. heeft binnengejaagd
  4. hebben binnengejaagd
  5. hebben binnengejaagd
  6. hebben binnengejaagd
v.v.t.
  1. had binnengejaagd
  2. had binnengejaagd
  3. had binnengejaagd
  4. hadden binnengejaagd
  5. hadden binnengejaagd
  6. hadden binnengejaagd
o.t.t.t.
  1. zal binnenjagen
  2. zult binnenjagen
  3. zal binnenjagen
  4. zullen binnenjagen
  5. zullen binnenjagen
  6. zullen binnenjagen
o.v.t.t.
  1. zou binnenjagen
  2. zou binnenjagen
  3. zou binnenjagen
  4. zouden binnenjagen
  5. zouden binnenjagen
  6. zouden binnenjagen
en verder
  1. ben binnengejaagd
  2. bent binnengejaagd
  3. is binnengejaagd
  4. zijn binnengejaagd
  5. zijn binnengejaagd
  6. zijn binnengejaagd
diversen
  1. jaag binnen!
  2. jaagt binnen!
  3. binnengejaagd
  4. binnenjagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for binnenjagen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
drive in binnenjagen binnen drijven; binnen jagen; binnenrijden; eindje meerijden; inheien; inrijden; oprijden