Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bassin:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bassin from Dutch to English

bassin:

bassin [het ~] noun

  1. het bassin (waterbekken; bekken)
    the water-basin; the basin; the subsidence; the socket; the bowl

Translation Matrix for bassin:

NounRelated TranslationsOther Translations
basin bassin; bekken; waterbekken stroomgebied; vont
bowl bassin; bekken; waterbekken aanbreken van de dag; beker; bokaal; bowl; cup; dageraad; morgenschemering; ochtendgloren; ochtendstond; teiltje; zonsopgang
socket bassin; bekken; waterbekken contactdoos; fitting; gewrichtsholte; gewrichtskom; kom; sleuf; socket; stopcontact; wandcontactdoos
subsidence bassin; bekken; waterbekken inzinken; wegzinken
water-basin bassin; bekken; waterbekken

Related Words for "bassin":

  • bassins

Related Definitions for "bassin":

  1. grote kuil waar water in bewaard wordt, zwembad1
    • we hebben het bassin vol laten lopen1

Wiktionary Translations for bassin:

bassin
noun
  1. bowl for washing, often affixed to a wall

Cross Translation:
FromToVia
bassin bowl; pelvis; basin; reservoir; pool bol — coupe hémisphérique

External Machine Translations: