Summary
Dutch to German: more detail...
- ondeugendheid:
- ondeugend:
-
Wiktionary:
- ondeugend → unartig, frech, dreist, ungehorsam, albern, schelmisch
Dutch
Detailed Translations for ondeugendheid from Dutch to German
ondeugendheid:
-
de ondeugendheid (kattenkwaad; baldadigheid; kwajongensstreek; schelmenstreek; schelmerij)
der Unfug; der Jungenstreich; der Schelmenstreich; die Dummejungenstreiche; die Ungezogenheit; die Unartigkeit; die Schalkhaftigkeit -
de ondeugendheid (lelijkheid; stoutheid)
Translation Matrix for ondeugendheid:
Related Words for "ondeugendheid":
ondeugend:
-
ondeugend (guitig; kwajongensachtig; snaaks; schalks; bengelachtig; spotachtig; schelmachtig; schelms; schalkachtig)
verschmitzt; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; komisch-
verschmitzt adj
-
schalkhaft adj
-
schelmisch adj
-
spaßhaft adj
-
komisch adj
-
Translation Matrix for ondeugend:
Related Words for "ondeugend":
Synonyms for "ondeugend":
Antonyms for "ondeugend":
Related Definitions for "ondeugend":
Wiktionary Translations for ondeugend:
External Machine Translations: