Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. klamheid:
  2. klam:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for klamheid from Dutch to German

klamheid:

klamheid [znw.] noun

  1. klamheid
    die Feuchtigkeit; die Nässe

Translation Matrix for klamheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Feuchtigkeit klamheid humiditeit; nat; natheid; nattigheid; vloeistof; vocht; vochtigheid; vochtigheidsgehalte
Nässe klamheid humiditeit; natheid; nattigheid; vocht; vochtigheid

Related Words for "klamheid":


klamheid form of klam:

klam adj

  1. klam (nattig)

Translation Matrix for klam:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
feucht klam; nattig humide; kil; koud en vochtig; naar zweet ruikend; nat; obsceen; schuin; vies; vochtig; vunzig; zedeloos; zweterig

Related Words for "klam":


Wiktionary Translations for klam:


Cross Translation:
FromToVia
klam feucht damp — Being in a state between dry and wet
klam nasskalt; feucht dank — dark, damp and humid
klam feucht humide — Qui tenir de la nature de l’eau. Il ne s’emploie guère qu’en poésie.