Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. bitter worden:


Dutch

Detailed Translations for bitter worden from Dutch to German

bitter worden:

bitter worden verb (word bitter, wordt bitter, werd bitter, werden bitter, bitter geworden)

  1. bitter worden (verbolgen worden)
    erbittern; verbittern
    • erbittern verb (erbittere, erbitterst, erbittert, erbitterte, erbittertet, erbittert)
    • verbittern verb (verbittere, verbitterst, verbittert, verbitterte, verbittertet, verbittert)

Conjugations for bitter worden:

o.t.t.
  1. word bitter
  2. wordt bitter
  3. wordt bitter
  4. worden bitter
  5. worden bitter
  6. worden bitter
o.v.t.
  1. werd bitter
  2. werd bitter
  3. werd bitter
  4. werden bitter
  5. werden bitter
  6. werden bitter
v.t.t.
  1. ben bitter geworden
  2. bent bitter geworden
  3. is bitter geworden
  4. zijn bitter geworden
  5. zijn bitter geworden
  6. zijn bitter geworden
v.v.t.
  1. was bitter geworden
  2. was bitter geworden
  3. was bitter geworden
  4. waren bitter geworden
  5. waren bitter geworden
  6. waren bitter geworden
o.t.t.t.
  1. zal bitter worden
  2. zult bitter worden
  3. zal bitter worden
  4. zullen bitter worden
  5. zullen bitter worden
  6. zullen bitter worden
o.v.t.t.
  1. zou bitter worden
  2. zou bitter worden
  3. zou bitter worden
  4. zouden bitter worden
  5. zouden bitter worden
  6. zouden bitter worden
diversen
  1. word bitter!
  2. wordt bitter!
  3. bitter geworden
  4. bitter wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bitter worden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
erbittern bitter worden; verbolgen worden
verbittern bitter worden; verbolgen worden bitter maken; verbitteren; vergrammen

External Machine Translations:

Related Translations for bitter worden