Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. belten:
  2. belt:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for belten from Dutch to German

belten:

belten [de ~] noun, plural

  1. de belten (vuilnisbelten; afvalhopen)
    der Abfallhaufen; der Müllabladeplätze

Translation Matrix for belten:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abfallhaufen afvalhopen; belten; vuilnisbelten afvalhoop; belt; vuilnisbelt; vuilnisberg; vuilnishoop; vuilstortplaats
Müllabladeplätze afvalhopen; belten; vuilnisbelten

Related Words for "belten":


belten form of belt:

belt [de ~] noun

  1. de belt (stortplaats)
    der Abladeplatz
  2. de belt (vuilnisbelt; afvalhoop; vuilnishoop; vuilnisberg; vuilstortplaats)
    der Müllhaufen; der Abfallhaufen; die Deponie

Translation Matrix for belt:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abfallhaufen afvalhoop; belt; vuilnisbelt; vuilnisberg; vuilnishoop; vuilstortplaats afvalhopen; belten; vuilnisbelten
Abladeplatz belt; stortplaats
Deponie afvalhoop; belt; vuilnisbelt; vuilnisberg; vuilnishoop; vuilstortplaats bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
Müllhaufen afvalhoop; belt; vuilnisbelt; vuilnisberg; vuilnishoop; vuilstortplaats

Related Words for "belt":


Wiktionary Translations for belt:

belt
noun
  1. stortplaats voor afval
belt
noun
  1. kurz für: Müllkippe, auch Halde mit anderem Inhalt