Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate aanhangwagentjes

Translate aanhangwagentjes from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

aanhangwagentjes:
- Autoanhänger
aanhangwagentje:
- Anhänger; Autoanhänger
aanhangwagen:
- Anhänger; Autoanhänger
Wiktionary:
- aanhangwagen → Anhänger

Dutch

Detailed Translations for aanhangwagentjes from Dutch to German

aanhangwagentjes:

aanhangwagentjes [znw.] noun

aanhangwagentjes
die Autoanhänger
- Autoanhänger [die ~] noun

Translation Matrix for aanhangwagentjes:

Noun	Related Translations	Other Translations
Autoanhänger	aanhangwagentjes	aanhanger; aanhangers; aanhangwagen; aanhangwagens; aanhangwagentje; caravan; opleggers; trailers

Related Words for "aanhangwagentjes":

aanhangwagen, aanhangwagentje

aanhangwagentjes form of aanhangwagentje:

aanhangwagentje [het ~] noun

het aanhangwagentje
der Anhänger; der Autoanhänger
- Anhänger [der ~] noun
- Autoanhänger [der ~] noun

Translation Matrix for aanhangwagentje:

Noun	Related Translations	Other Translations
Anhänger	aanhangwagentje	aanhang; aanhanger; aanhangers; aanhangwagen; aanhangwagens; bijwagen; discipel; discipelen; etiketten; fan; fans; labels; medestanders; navolger; ophanglussen; opleggers; partijgangers; prijskaartjes; supporter; supporters; trailers; volgeling; volgelinge; volgelingen; volger; volgers; voorstander
Autoanhänger	aanhangwagentje	aanhanger; aanhangers; aanhangwagen; aanhangwagens; aanhangwagentjes; caravan; opleggers; trailers

Related Words for "aanhangwagentje":

aanhangwagentjes, aanhangwagen

aanhangwagen:

aanhangwagen [de ~ (m)] noun

de aanhangwagen (aanhanger)
der Anhänger; der Autoanhänger
- Anhänger [der ~] noun
- Autoanhänger [der ~] noun

Translation Matrix for aanhangwagen:

Noun	Related Translations	Other Translations
Anhänger	aanhanger; aanhangwagen	aanhang; aanhanger; aanhangers; aanhangwagens; aanhangwagentje; bijwagen; discipel; discipelen; etiketten; fan; fans; labels; medestanders; navolger; ophanglussen; opleggers; partijgangers; prijskaartjes; supporter; supporters; trailers; volgeling; volgelinge; volgelingen; volger; volgers; voorstander
Autoanhänger	aanhanger; aanhangwagen	aanhangers; aanhangwagens; aanhangwagentje; aanhangwagentjes; caravan; opleggers; trailers

Related Words for "aanhangwagen":

aanhangwagens, aanhangwagentje, aanhangwagentjes

Wiktionary Translations for aanhangwagen:

Cross Translation:

From	To	Via
• aanhangwagen	→ Anhänger	↔ trailer — vehicle towed behind another, used for carrying equipment
• aanhangwagen	→ Anhänger	↔ remorque — Traductions à trier