Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Translate bâclage

Translate bâclage from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

bâclage:
- gestuntel; gehannes; kladwerk; knutselwerk; prutswerk; broddelwerk; knoeiwerk

French

Detailed Translations for bâclage from French to Dutch

bâclage:

bâclage [le ~] noun

le bâclage (bousillage)
het gestuntel; het gehannes
- gestuntel [het ~] noun
- gehannes [het ~] noun
le bâclage (bousillage; bricolage; brouillon; pagaille; bazar; saletés; gribouillage)
het kladwerk; het knutselwerk; het prutswerk; het broddelwerk; het knoeiwerk
- kladwerk [het ~] noun
- knutselwerk [het ~] noun
- prutswerk [het ~] noun
- broddelwerk [het ~] noun
- knoeiwerk [het ~] noun

Translation Matrix for bâclage:

Noun	Related Translations	Other Translations
broddelwerk	bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés
gehannes	bousillage; bâclage
gestuntel	bousillage; bâclage
kladwerk	bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés	brouillon; cahier de brouillon; cahier de brouillons; gribouillage; griffonnage; tache
knoeiwerk	bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés
knutselwerk	bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés	bricolage; travail d'amateur
prutswerk	bazar; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; gribouillage; pagaille; saletés

Synonyms for "bâclage":

sabotage; gâchage

External Machine Translations: