Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. esquivar a alguien:


Spanish

Detailed Translations for esquivar a alguien from Spanish to Dutch

esquivar a alguien:

esquivar a alguien verb

  1. esquivar a alguien (escapar; evitar; rehuir; )
    vermijden; mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan
    • vermijden verb (vermijd, vermijdt, vermeed, vermeden, vermeden)
    • mijden verb (mijd, mijdt, meed, meden, gemeden)
    • ontlopen verb (ontloop, ontloopt, ontliep, ontliepen, ontlopen)
    • ontwijken verb (ontwijk, ontwijkt, ontweek, ontweken, ontweken)
    • uit de weg gaan verb (ga uit de weg, gaat uit de weg, ging uit de weg, gingen uit de weg, gingen uit de weg)

Translation Matrix for esquivar a alguien:

NounRelated TranslationsOther Translations
mijden evasión; evitación
ontlopen evasión; evitación
ontwijken evasión; evitación
vermijden evasión; evitación
VerbRelated TranslationsOther Translations
mijden disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear
ontlopen disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear evitar
ontwijken disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear evitar
uit de weg gaan disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear desviarse; estar oblicuo; hacerse a un lado
vermijden disentir; divergir; eludir; escapar; escapar de; escaparse de; esquivar a alguien; evadir; evadirse de; evitar; rehuir; sortear evitar

Related Translations for esquivar a alguien