Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. espontaneidad:
  2. Wiktionary:


Spanish

Detailed Translations for espontaneidad from Spanish to Dutch

espontaneidad:

espontaneidad [la ~] noun

  1. la espontaneidad
    de spontaniteit
  2. la espontaneidad (ingenuidad; franqueza; abertura; desenvoltura; imparcialidad)
    de onbevangenheid
  3. la espontaneidad (soltura; naturalidad)
    de ongedwongenheid
  4. la espontaneidad (franqueza; ingenuidad; desenvoltura; objetividad)
    de vrijmoedigheid

Translation Matrix for espontaneidad:

NounRelated TranslationsOther Translations
onbevangenheid abertura; desenvoltura; espontaneidad; franqueza; imparcialidad; ingenuidad
ongedwongenheid espontaneidad; naturalidad; soltura
spontaniteit espontaneidad
vrijmoedigheid desenvoltura; espontaneidad; franqueza; ingenuidad; objetividad

Related Words for "espontaneidad":

  • espontaneidades

Synonyms for "espontaneidad":


Wiktionary Translations for espontaneidad:

espontaneidad
noun
  1. het uit eigen aandrang en zonder nadere overweging handelen; het onvoorbedacht geschieden, tot uiting komen: de spontaniteit van die reactie

External Machine Translations: