Summary
English to Dutch: more detail...
-
moving in:
The word moving in exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "moving in":
occupation; occupancy; taking possession; acquiring; getting
-
Synonyms for "moving in":
English
Detailed Translations for moving in from English to Dutch
moving in: (*Using Word and Sentence Splitter)
- move: verhuizen; verzetten; vervoeren; roeren; verschikken; disloqueren; verplaatsen; verrijden; bewegen; beroeren; in beweging brengen; gaan; zich begeven; zich verplaatsen; lopen; stappen; zich voortbewegen; verschuiven; voor zich uitschuiven; schuivend verplaatsen; zet; schaakstukverplaatsing; raken; treffen; ontroeren; overplaatsen; standplaats veranderen; verleggen; iets verplaatsen; aangrijpen; manoeuvre; schijngevecht; spiegelgevecht; schijnkamp; sciamachie; zich bewegen; vertillen
- moving: spannend; opwindend; adembenemend; meeslepend; sensationeel; zinderend; emotioneel; ontroerend; roerend; hartveroverend; hartroerend; inspirerend; bezielend; boeiend; aangrijpend; pakkend
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
moving in:
Translation Matrix for moving in:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | occupancy; occupation | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | taking possession |
Synonyms for "moving in":
Related Definitions for "moving in":
External Machine Translations: