Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. rapport:
Dutch to English:   more detail...
  1. rapport:
  2. Wiktionary:


English

Detailed Translations for rapport from English to Dutch

rapport: (*Using Word and Sentence Splitter)

rapport:


Translation Matrix for rapport:

NounRelated TranslationsOther Translations
- resonance

Synonyms for "rapport":


Related Definitions for "rapport":

  1. a relationship of mutual understanding or trust and agreement between people1

Wiktionary Translations for rapport:

rapport
noun
  1. A relationship of mutual trust and respect



Dutch

Detailed Translations for rapport from Dutch to English

rapport:

rapport [het ~] noun

  1. het rapport (verslag; reportage; weergave; verhaal)
    the report; the survey; the record
  2. het rapport (proces verbaal; verklaring)
    the report; the statement; the charge
  3. het rapport
    the report
    – The presentation of information about a given topic, typically in printed form. Reports prepared with computers and appropriate software can include text, graphics, and charts. Database programs can include special software for creating report forms and generating reports. Desktop publishing software and laser printers or typesetting equipment can be used to produce publication-quality output. 2
  4. het rapport
    the report
    – A database object that prints information formatted and organized according to your specifications. 2
  5. het rapport
    the report
    – Information produced from the metrics warehouse of Visual Studio Team Foundation. 2
  6. het rapport
    the report
    – A visual display of data in a dashboard that can be coordinated with other report views by using filters. 2

Translation Matrix for rapport:

NounRelated TranslationsOther Translations
charge proces verbaal; rapport; verklaring aanklacht; beschuldiging; electrische lading; lading; tenlastelegging; toeslag
record rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave album; elpee; grammofoon; grammofoonplaat; l.p.; langspeelplaat; lijst; lijst van gegevens; lp; opgaaf; opgave; optekening; overzicht; plaat; record; schijf; staat; staatje
report proces verbaal; rapport; reportage; verhaal; verklaring; verslag; weergave aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; blad; boodschap; gewag; lijst; lijst van gegevens; maandblad; magazine; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; periodiek; rapportage; referaat; relaas; scriptie; staat; staatje; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; uitspraak; vermelding; verslag; verwittiging; weekblad
statement proces verbaal; rapport; verklaring aangifte; aantekening; bankafschrift; bekendmaking; bericht; bevestiging; beweren; bewering; boodschap; constatering; declaratie; financieel overzicht; frase; gewag; gezegde; instructie; kwestie; lijst; mededeling; melding; meningsuiting; noot; notitie; opgaaf; opgave; opheldering; opnoeming; opschrijving; opsomming; overzicht; probleem; rekeningoverzicht; relaas; staat; statement; stelling; tijding; toelichting; uitdrukking; uitlating; uitlegging; uitspraak; vaststelling; verklaring; vermelding; verwittiging; vraagstuk; zegswijze; zin; zwaarte
survey rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave enquête; het overzien; kartering; ondervraging; overzicht; overzichtelijkheid; totaalbeeld
VerbRelated TranslationsOther Translations
charge aanklagen; beschuldigen; betichten; bevelen; casseren; chargeren; commanderen; decreteren; dicteren; factureren; gebieden; gelasten; in rekening brengen; incrimineren; opdragen; overdrijven; ten laste leggen; tenlaste leggen; verdacht maken; verdenken; verordenen; verordonneren; voorschrijven
record aantekenen; boeken; boekstaven; inspreken; noteren; onthouden; op schrift stellen; opnemen; opschrijven; opslaan; optekenen; registreren; te boek stellen; vastleggen
report berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
survey controleren; examineren; in kaart brengen; inschrijven; inspecteren; kadastreren; karteren; keuren; overzien; schouwen

Related Words for "rapport":

  • rapporten

Related Definitions for "rapport":

  1. verslag waarin staat hoe het is gegaan3
    • voor de vakantie krijgen alle leerlingen een rapport3

Wiktionary Translations for rapport:

rapport
noun
  1. een schriftelijk bericht over een gebeurtenis of toestand
  2. een schriftelijk bericht over de voortgang op school
rapport
noun
  1. information describing events
  2. grades

Cross Translation:
FromToVia
rapport report; minutes; proceedings compte rendurapport, exposé, ou relation de certains faits particuliers ou d’une réunion.
rapport agreement; relevance rapport — Traductions à trier suivant le sens