Summary
German to Dutch: more detail...
- verfallen:
-
Wiktionary:
- verfallen → in verval raken, vervallen, verloederen, vergaan, ontbinden, verrotten, aflopen, verlopen, verstrijken, aftands, bouwvallig, gammel, uitgeleefd, uitgewoond, wrak
German
Detailed Translations for verfallen from German to Dutch
verfallen:
-
verfallen (verkommen; vergehen)
-
verfallen (baufällig werden; zerfallen; verkommen; zusammenfallen)
vervallen; bouwvallig worden-
bouwvallig worden verb (word bouwvallig, wordt bouwvallig, werd bouwvallig, werden bouwvallig, bouwvallig geworden)
-
verfallen (sich ergeben)
-
verfallen (aufräumen; ausräumen; abräumen; wegräumen; benehmen; beseitigen; erleichtern; beheben; einräumen; anstellen; aufhellen; abnehmen; erlöschen; aufklären; decken; abziehen; schwinden; abdecken; abblenden; enteignen; egalisieren; fallen; entnehmen; sinken; blenden; schaukeln; entheben; abschirmen; abmontieren; klarwerden; ausverkaufen)
Conjugations for verfallen:
Präsens
- verfalle
- verfallst
- verfallt
- verfallen
- verfallt
- verfallen
Imperfekt
- verfallte
- verfalltest
- verfallte
- verfallten
- verfalltet
- verfallten
Perfekt
- habe verfallen
- hast verfallen
- hat verfallen
- haben verfallen
- habt verfallen
- haben verfallen
1. Konjunktiv [1]
- verfalle
- verfallest
- verfalle
- verfallen
- verfallet
- verfallen
2. Konjunktiv
- verfallte
- verfalltest
- verfallte
- verfallten
- verfalltet
- verfallten
Futur 1
- werde verfallen
- wirst verfallen
- wird verfallen
- werden verfallen
- werdet verfallen
- werden verfallen
1. Konjunktiv [2]
- würde verfallen
- würdest verfallen
- würde verfallen
- würden verfallen
- würdet verfallen
- würden verfallen
Diverses
- verfall!
- verfallt!
- verfallen Sie!
- verfallen
- verfallend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Translation Matrix for verfallen:
Synonyms for "verfallen":
Wiktionary Translations for verfallen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verfallen | → in verval raken; vervallen; verloederen | ↔ decay — deteriorate |
• verfallen | → vergaan; ontbinden; verrotten | ↔ decompose — to decay |
• verfallen | → vervallen; aflopen; verlopen; verstrijken | ↔ expire — become invalid |
• verfallen | → aftands; bouwvallig; gammel; uitgeleefd; uitgewoond; wrak | ↔ caduc — (botanique) Se dit d’un organe, notamment les feuilles, se détachant et tombant chaque année. |
External Machine Translations: