Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. erkaelten:


German

Detailed Translations for erkaelten from German to Dutch

erkaelten:

erkaelten verb

  1. erkaelten (kühlen; abkühlen)
    verkoelen; koelen; verkillen; afkoelen
    • verkoelen verb (verkoel, verkoelt, verkoelde, verkoelden, verkoeld)
    • koelen verb (koel, koelt, koelde, koelden, gekoeld)
    • verkillen verb (verkil, verkilt, verkilde, verkilden, verkild)
    • afkoelen verb (koel af, koelt af, koelde af, koelden af, afgekoeld)

Translation Matrix for erkaelten:

NounRelated TranslationsOther Translations
afkoelen abkühlen
verkoelen abkühlen
VerbRelated TranslationsOther Translations
afkoelen abkühlen; erkaelten; kühlen abkühlen; erkalten; kühlen; kühler werden
koelen abkühlen; erkaelten; kühlen
verkillen abkühlen; erkaelten; kühlen
verkoelen abkühlen; erkaelten; kühlen abkühlen; auffrischen; aufmöbeln; erfrischen; sich erholen

External Machine Translations:

Related Translations for erkaelten