Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. den Sieg erringen:


German

Detailed Translations for den Sieg erringen from German to Dutch

den Sieg erringen:

den Sieg erringen verb

  1. den Sieg erringen (gewinnen; triumphieren; siegen)
    winnen; de overwinning behalen; zegevieren
    • winnen verb (win, wint, won, wonnen, gewonnen)
    • de overwinning behalen verb (behaal de overwinning, behaalt de overwinning, behaalde de overwinning, behaalden de overwinning, de overwinning behaald)
    • zegevieren verb (zegevier, zegeviert, zegevierde, zegevierden, gezegevierd)

Translation Matrix for den Sieg erringen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
de overwinning behalen den Sieg erringen; gewinnen; siegen; triumphieren
winnen den Sieg erringen; gewinnen; siegen; triumphieren bekommen; besiegen; davontragen; erhalten; erkämpfen; erreichen; erzielen; gewinnen; holen; schlagen; siegen; siegen über; triumphieren; überwinden
zegevieren den Sieg erringen; gewinnen; siegen; triumphieren

External Machine Translations:

Related Translations for den Sieg erringen