Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Schaber

Translate Schaber from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Schaber:
- schraper; schraapijzer; schraapmes; schrapijzer; spatel

German

Detailed Translations for Schaber from German to Dutch

Schaber:

Schaber [der ~] noun

der Schaber (Kratzer; Schabeisen)
de schraper; het schraapijzer; het schraapmes; het schrapijzer
- schraper [de ~ (m)] noun
- schraapijzer [het ~] noun
- schraapmes [het ~] noun
- schrapijzer [het ~] noun
der Schaber (Spatel; Kratzer)
de spatel
- spatel [de ~] noun

Translation Matrix for Schaber:

Noun	Related Translations	Other Translations
schraapijzer	Kratzer; Schabeisen; Schaber
schraapmes	Kratzer; Schabeisen; Schaber
schraper	Kratzer; Schabeisen; Schaber	Geizhals; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer
schrapijzer	Kratzer; Schabeisen; Schaber
spatel	Kratzer; Schaber; Spatel

Synonyms for "Schaber":

Kratzer