Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verbijsteren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verbijsteren from Dutch to Swedish

verbijsteren:

verbijsteren verb (verbijster, verbijstert, verbijsterde, verbijsterden, verbijsterd)

  1. verbijsteren (verwonderen; verbazen; bevreemden)
    förvåna; förbluffa; överraska
    • förvåna verb (förvånar, förvånade, förvånat)
    • förbluffa verb (förbluffar, förbluffade, förbluffat)
    • överraska verb (överraskar, överraskade, överraskat)

Conjugations for verbijsteren:

o.t.t.
  1. verbijster
  2. verbijstert
  3. verbijstert
  4. verbijsteren
  5. verbijsteren
  6. verbijsteren
o.v.t.
  1. verbijsterde
  2. verbijsterde
  3. verbijsterde
  4. verbijsterden
  5. verbijsterden
  6. verbijsterden
v.t.t.
  1. heb verbijsterd
  2. hebt verbijsterd
  3. heeft verbijsterd
  4. hebben verbijsterd
  5. hebben verbijsterd
  6. hebben verbijsterd
v.v.t.
  1. had verbijsterd
  2. had verbijsterd
  3. had verbijsterd
  4. hadden verbijsterd
  5. hadden verbijsterd
  6. hadden verbijsterd
o.t.t.t.
  1. zal verbijsteren
  2. zult verbijsteren
  3. zal verbijsteren
  4. zullen verbijsteren
  5. zullen verbijsteren
  6. zullen verbijsteren
o.v.t.t.
  1. zou verbijsteren
  2. zou verbijsteren
  3. zou verbijsteren
  4. zouden verbijsteren
  5. zouden verbijsteren
  6. zouden verbijsteren
diversen
  1. verbijster!
  2. verbijstert!
  3. verbijsterd
  4. verbijsterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verbijsteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
förbluffa bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen overbluffen; overdonderen; verbluffen
förvåna bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen
överraska bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen iemand overvallen met iets; iets onverwachts doen; ontstellen; verontrusten; verrassen

Wiktionary Translations for verbijsteren:


Cross Translation:
FromToVia
verbijsteren bedöva; förbluffa abasourdirassourdir, étourdir par un grand bruit.
verbijsteren bedöva; förbluffa stupéfierengourdir, diminuer ou suspendre le sentiment et le mouvement.