Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. overeind komen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overeindkomen from Dutch to Swedish

overeind komen:

overeind komen verb (kom overeind, komt overeind, kwam overeind, kwamen overeind, overeind gekomen)

  1. overeind komen
    komma på benen; resa på sig
    • komma på benen verb (kommer på benen, komm på benen, kommit på benen)
    • resa på sig verb (reser på sig, reste på sig, rest på sig)

Conjugations for overeind komen:

o.t.t.
  1. kom overeind
  2. komt overeind
  3. komt overeind
  4. komen overeind
  5. komen overeind
  6. komen overeind
o.v.t.
  1. kwam overeind
  2. kwam overeind
  3. kwam overeind
  4. kwamen overeind
  5. kwamen overeind
  6. kwamen overeind
v.t.t.
  1. ben overeind gekomen
  2. bent overeind gekomen
  3. is overeind gekomen
  4. zijn overeind gekomen
  5. zijn overeind gekomen
  6. zijn overeind gekomen
v.v.t.
  1. was overeind gekomen
  2. was overeind gekomen
  3. was overeind gekomen
  4. waren overeind gekomen
  5. waren overeind gekomen
  6. waren overeind gekomen
o.t.t.t.
  1. zal overeind komen
  2. zult overeind komen
  3. zal overeind komen
  4. zullen overeind komen
  5. zullen overeind komen
  6. zullen overeind komen
o.v.t.t.
  1. zou overeind komen
  2. zou overeind komen
  3. zou overeind komen
  4. zouden overeind komen
  5. zouden overeind komen
  6. zouden overeind komen
diversen
  1. kom overeind!
  2. komt overeind!
  3. overeind gekomen
  4. overeind komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overeind komen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
komma på benen overeind komen
resa på sig overeind komen


Wiktionary Translations for overeindkomen:


Cross Translation:
FromToVia
overeindkomen stiga upp aufstehenHilfsverb sein: sich vom Nachtlager (Bett) erheben
overeindkomen stiga upp; resa sig aufstehenHilfsverb sein: sich von seinem Sitz erheben
overeindkomen resa sig erhebenreflexiv: im Sinne von aufstehen