Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vormgeven:
  2. vorm geven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vorm geven from Dutch to Swedish

vorm geven form of vormgeven:

vormgeven verb (geef vorm, geeft vorm, gaf vorm, gaven vorm, vormgegeven)

  1. vormgeven
    forma; skapa
    • forma verb (formar, formade, format)
    • skapa verb (skapar, skapade, skapat)

Conjugations for vormgeven:

o.t.t.
  1. geef vorm
  2. geeft vorm
  3. geeft vorm
  4. geven vorm
  5. geven vorm
  6. geven vorm
o.v.t.
  1. gaf vorm
  2. gaf vorm
  3. gaf vorm
  4. gaven vorm
  5. gaven vorm
  6. gaven vorm
v.t.t.
  1. heb vormgegeven
  2. hebt vormgegeven
  3. heeft vormgegeven
  4. hebben vormgegeven
  5. hebben vormgegeven
  6. hebben vormgegeven
v.v.t.
  1. had vormgegeven
  2. had vormgegeven
  3. had vormgegeven
  4. hadden vormgegeven
  5. hadden vormgegeven
  6. hadden vormgegeven
o.t.t.t.
  1. zal vormgeven
  2. zult vormgeven
  3. zal vormgeven
  4. zullen vormgeven
  5. zullen vormgeven
  6. zullen vormgeven
o.v.t.t.
  1. zou vormgeven
  2. zou vormgeven
  3. zou vormgeven
  4. zouden vormgeven
  5. zouden vormgeven
  6. zouden vormgeven
diversen
  1. geef vorm!
  2. geeft vorm!
  3. vormgegeven
  4. vormgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vormgeven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
forma vormgeven beeldhouwen; boetseren; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; stileren; vervaardigen; vorm geven; vormen
skapa vormgeven concipiëren; fatsoeneren; formeren; in het leven roepen; kneden; maken; modelleren; ontwerpen; scheppen; vervaardigen; vormen

vorm geven:

vorm geven verb

  1. vorm geven (vormen; modelleren; boetseren)
    knåda; forma; modellera
    • knåda verb (knådar, knådade, knådat)
    • forma verb (formar, formade, format)
    • modellera verb (modellerar, modellerade, modellerat)

Translation Matrix for vorm geven:

NounRelated TranslationsOther Translations
modellera modelzitten; poseren
VerbRelated TranslationsOther Translations
forma boetseren; modelleren; vorm geven; vormen beeldhouwen; fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; stileren; vervaardigen; vormen; vormgeven
knåda boetseren; modelleren; vorm geven; vormen
modellera boetseren; modelleren; vorm geven; vormen fatsoeneren

Wiktionary Translations for vorm geven:


Cross Translation:
FromToVia
vorm geven gestalta; dana; utforma gestalten — einem Gegenstand oder Prozess eine Form oder ein Konzept geben

Related Translations for vorm geven