Dutch
Detailed Synonyms for wekken in Dutch
wekken:
-
wekken
-
wekken
– de oorzaak zijn van de dingen die volgen 1 -
wekken
– wakker maken 1
Conjugations for wekken:
o.t.t.
- wek
- wekt
- wekt
- wekken
- wekken
- wekken
o.v.t.
- wekte
- wekte
- wekte
- wekten
- wekten
- wekten
v.t.t.
- heb gewekt
- hebt gewekt
- heeft gewekt
- hebben gewekt
- hebben gewekt
- hebben gewekt
v.v.t.
- had gewekt
- had gewekt
- had gewekt
- hadden gewekt
- hadden gewekt
- hadden gewekt
o.t.t.t.
- zal wekken
- zult wekken
- zal wekken
- zullen wekken
- zullen wekken
- zullen wekken
o.v.t.t.
- zou wekken
- zou wekken
- zou wekken
- zouden wekken
- zouden wekken
- zouden wekken
diversen
- wek!
- wekt!
- gewekt
- wekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze