Dutch
Detailed Synonyms for vergroten in Dutch
vergroten:
-
vergroten
-
vergroten
Conjugations for vergroten:
o.t.t.
- vergroot
- vergroot
- vergroot
- vergroten
- vergroten
- vergroten
o.v.t.
- vergrootte
- vergrootte
- vergrootte
- vergrootten
- vergrootten
- vergrootten
v.t.t.
- heb vergroot
- hebt vergroot
- heeft vergroot
- hebben vergroot
- hebben vergroot
- hebben vergroot
v.v.t.
- had vergroot
- had vergroot
- had vergroot
- hadden vergroot
- hadden vergroot
- hadden vergroot
o.t.t.t.
- zal vergroten
- zult vergroten
- zal vergroten
- zullen vergroten
- zullen vergroten
- zullen vergroten
o.v.t.t.
- zou vergroten
- zou vergroten
- zou vergroten
- zouden vergroten
- zouden vergroten
- zouden vergroten
diversen
- vergroot!
- vergroot!
- vergroot
- vergrotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze