Summary
Dutch
Detailed Synonyms for malen in Dutch
malen:
-
malen
Conjugations for malen:
o.t.t.
- maal
- maalt
- maalt
- malen
- malen
- malen
o.v.t.
- maalde
- maalde
- maalde
- maalden
- maalden
- maalden
v.t.t.
- heb gemalen
- hebt gemalen
- heeft gemalen
- hebben gemalen
- hebben gemalen
- hebben gemalen
v.v.t.
- had gemalen
- had gemalen
- had gemalen
- hadden gemalen
- hadden gemalen
- hadden gemalen
o.t.t.t.
- zal malen
- zult malen
- zal malen
- zullen malen
- zullen malen
- zullen malen
o.v.t.t.
- zou malen
- zou malen
- zou malen
- zouden malen
- zouden malen
- zouden malen
diversen
- maal!
- maalt!
- gemalen
- malend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Related Words for "malen":
malen form of mal:
-
de mal
-
de mal
-
mal
-
mal