Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate kazen

Synonyms for kazen in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. kazen:
  2. kaas:

Dutch

Detailed Synonyms for kazen in Dutch

kazen:

kazen verb (kaas, kaast, kaasde, kaasden, gekaasd)

  1. kazen
    kazen
    • kazen verb (kaas, kaast, kaasde, kaasden, gekaasd)

Conjugations for kazen:

o.t.t.
  1. kaas
  2. kaast
  3. kaast
  4. kazen
  5. kazen
  6. kazen
o.v.t.
  1. kaasde
  2. kaasde
  3. kaasde
  4. kaasden
  5. kaasden
  6. kaasden
v.t.t.
  1. heb gekaasd
  2. hebt gekaasd
  3. heeft gekaasd
  4. hebben gekaasd
  5. hebben gekaasd
  6. hebben gekaasd
v.v.t.
  1. had gekaasd
  2. had gekaasd
  3. had gekaasd
  4. hadden gekaasd
  5. hadden gekaasd
  6. hadden gekaasd
o.t.t.t.
  1. zal kazen
  2. zult kazen
  3. zal kazen
  4. zullen kazen
  5. zullen kazen
  6. zullen kazen
o.v.t.t.
  1. zou kazen
  2. zou kazen
  3. zou kazen
  4. zouden kazen
  5. zouden kazen
  6. zouden kazen
diversen
  1. kaas!
  2. kaast!
  5. gekaasd
  6. kazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "kazen":


kaas:

kaas [de ~ (m)] noun

  1. de kaas
    de kaas
    • kaas [de ~ (m)] noun
  2. de kaas
    – uit melk gemaakt broodbeleg 1
    de kaas
    – uit melk gemaakt broodbeleg 1
    • kaas [de ~ (m)] noun
      • wil je kaas op je boterham?1

Related Words for "kaas":


Related Definitions for "kaas":

  1. uit melk gemaakt broodbeleg1
    • wil je kaas op je boterham?1







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0722 seconds
Page rendered in 1.0 seconds