Dutch
Detailed Synonyms for binnengevallen in Dutch
binnengevallen:
-
binnengevallen
binnenvallen:
-
binnenvallen
-
binnenvallen
Conjugations for binnenvallen:
o.t.t.
- val binnen
- valt binnen
- valt binnen
- vallen binnen
- vallen binnen
- vallen binnen
o.v.t.
- viel binnen
- viel binnen
- viel binnen
- vielen binnen
- vielen binnen
- vielen binnen
v.t.t.
- ben binnengevallen
- bent binnengevallen
- is binnengevallen
- zijn binnengevallen
- zijn binnengevallen
- zijn binnengevallen
v.v.t.
- was binnengevallen
- was binnengevallen
- was binnengevallen
- waren binnengevallen
- waren binnengevallen
- waren binnengevallen
o.t.t.t.
- zal binnenvallen
- zult binnenvallen
- zal binnenvallen
- zullen binnenvallen
- zullen binnenvallen
- zullen binnenvallen
o.v.t.t.
- zou binnenvallen
- zou binnenvallen
- zou binnenvallen
- zouden binnenvallen
- zouden binnenvallen
- zouden binnenvallen
diversen
- val binnen!
- valt binnen!
- binnengevallen
- binnenvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
binnenvallen