Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vlooien:


Dutch

Detailed Translations for vlooien from Dutch to French

vlooien:

vlooien verb (vlooi, vlooit, vlooide, vlooiden, gevlooid)

  1. vlooien (vlooien vangen)
    épucer; s'épucer
    • épucer verb (épuce, épuces, épuçons, épucez, )
    • s'épucer verb

Conjugations for vlooien:

o.t.t.
  1. vlooi
  2. vlooit
  3. vlooit
  4. vlooien
  5. vlooien
  6. vlooien
o.v.t.
  1. vlooide
  2. vlooide
  3. vlooide
  4. vlooiden
  5. vlooiden
  6. vlooiden
v.t.t.
  1. heb gevlooid
  2. hebt gevlooid
  3. heeft gevlooid
  4. hebben gevlooid
  5. hebben gevlooid
  6. hebben gevlooid
v.v.t.
  1. had gevlooid
  2. had gevlooid
  3. had gevlooid
  4. hadden gevlooid
  5. hadden gevlooid
  6. hadden gevlooid
o.t.t.t.
  1. zal vlooien
  2. zult vlooien
  3. zal vlooien
  4. zullen vlooien
  5. zullen vlooien
  6. zullen vlooien
o.v.t.t.
  1. zou vlooien
  2. zou vlooien
  3. zou vlooien
  4. zouden vlooien
  5. zouden vlooien
  6. zouden vlooien
diversen
  1. vlooi!
  2. vlooit!
  3. gevlooid
  4. vlooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vlooien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
s'épucer vlooien; vlooien vangen
épucer vlooien; vlooien vangen

Related Translations for vlooien