Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verlustigen:


Dutch

Detailed Translations for verlustigen from Dutch to French

verlustigen:

verlustigen verb (verlustig, verlustigt, verlustigde, verlustigden, verlustigd)

  1. verlustigen
    rejouir; amuser; divertir; égayer
    • rejouir verb
    • amuser verb (amuse, amuses, amusons, amusez, )
    • divertir verb (divertis, divertit, divertissons, divertissez, )
    • égayer verb (égaie, égaies, égayons, égayez, )

Conjugations for verlustigen:

o.t.t.
  1. verlustig
  2. verlustigt
  3. verlustigt
  4. verlustigen
  5. verlustigen
  6. verlustigen
o.v.t.
  1. verlustigde
  2. verlustigde
  3. verlustigde
  4. verlustigden
  5. verlustigden
  6. verlustigden
v.t.t.
  1. heb verlustigd
  2. hebt verlustigd
  3. heeft verlustigd
  4. hebben verlustigd
  5. hebben verlustigd
  6. hebben verlustigd
v.v.t.
  1. had verlustigd
  2. had verlustigd
  3. had verlustigd
  4. hadden verlustigd
  5. hadden verlustigd
  6. hadden verlustigd
o.t.t.t.
  1. zal verlustigen
  2. zult verlustigen
  3. zal verlustigen
  4. zullen verlustigen
  5. zullen verlustigen
  6. zullen verlustigen
o.v.t.t.
  1. zou verlustigen
  2. zou verlustigen
  3. zou verlustigen
  4. zouden verlustigen
  5. zouden verlustigen
  6. zouden verlustigen
diversen
  1. verlustig!
  2. verlustigt!
  3. verlustigd
  4. verlustigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verlustigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
amuser verlustigen aanstaan; amuseren; believen; genieten; genot hebben van; goeddunken
divertir verlustigen bezig houden; iemand amuseren; vermaken
rejouir verlustigen
égayer verlustigen blij maken; opfleuren; opmonteren; opvrolijken; verkwikken; vrolijker worden