Dutch

Detailed Translations for tijgert from Dutch to French

tijgeren:

tijgeren verb (tijger, tijgert, tijgerde, tijgerden, getijgerd)

  1. tijgeren (besluipen; bekruipen)

Conjugations for tijgeren:

o.t.t.
  1. tijger
  2. tijgert
  3. tijgert
  4. tijgeren
  5. tijgeren
  6. tijgeren
o.v.t.
  1. tijgerde
  2. tijgerde
  3. tijgerde
  4. tijgerden
  5. tijgerden
  6. tijgerden
v.t.t.
  1. heb getijgerd
  2. hebt getijgerd
  3. heeft getijgerd
  4. hebben getijgerd
  5. hebben getijgerd
  6. hebben getijgerd
v.v.t.
  1. had getijgerd
  2. had getijgerd
  3. had getijgerd
  4. hadden getijgerd
  5. hadden getijgerd
  6. hadden getijgerd
o.t.t.t.
  1. zal tijgeren
  2. zult tijgeren
  3. zal tijgeren
  4. zullen tijgeren
  5. zullen tijgeren
  6. zullen tijgeren
o.v.t.t.
  1. zou tijgeren
  2. zou tijgeren
  3. zou tijgeren
  4. zouden tijgeren
  5. zouden tijgeren
  6. zouden tijgeren
en verder
  1. ben getijgerd
  2. bent getijgerd
  3. is getijgerd
  4. zijn getijgerd
  5. zijn getijgerd
  6. zijn getijgerd
diversen
  1. tijger!
  2. tijgert!
  3. getijgerd
  4. tijgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tijgeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
approcher en rampant bekruipen; besluipen; tijgeren
ramper vers bekruipen; besluipen; tijgeren bekruipen; het gevoel krijgen
s'approcher subrepticement bekruipen; besluipen; tijgeren bekruipen; het gevoel krijgen
se glisser vers bekruipen; besluipen; tijgeren aansluipen; bekruipen; het gevoel krijgen; sluipend naderen; toesluipen

Related Words for "tijgeren":


External Machine Translations: